Werkgelegenheid en werkeloosheid

Veel mensen denken dat het creëren van werkgelegenheid een goede zaak is. Dat was ook zo in de vorige eeuw, maar tegenwoordig zijn meer afwegingen te maken.

Dat komt omdat er steeds minder werkende mensen zijn; de beroepsbevolking neemt af. Bovendien stelt de wereld en de leefomgeving tegenwoordig andere eisen.

Het sterk afnemen van het aantal werkende mensen vindt zijn oorsprong in de tweede wereldoorlog en de jaren erna.

In de tweede wereldoorlog trouwden bijna geen mensen en er werden veel minder kinderen geboren. Dat werd na de oorlog ingehaald en resulteerde in een geboortegolf, die ongeveer tussen 1946 en 1955 plaatsvond. Ook waren de gezinnen in die periode (en erna) vaak veel groter dan op dit moment.

En al die kinderen worden groot, gaan werken, en gaan met pensioen. Als iemand geboren is in 1950, dan krijgt die persoon vanaf 2017 zijn AOW en werkt niet meer.

En dat is gebeurd met grote aantallen mensen. Het resultaat is te zien in personeelstekorten in het onderwijs, bij de politie, bij justitie, in de gezondheidszorg, in de horeca, in de bouw en in de industrie. Ons welvaartsniveau en de toenemende opleidingen hebben verder geleid tot een geboortetekort.

Dit verschijnsel vindt plaats in heel West-Europa. Experts verwachten dat het nog vele jaren duurt voordat vraag en aanbod weer op elkaar afgestemd zijn. Daartoe is het zaak het aantal arbeidsplaatsen minder snel te laten groeien en zo een ongebreidelde instroom van arbeidskrachten tegen te gaan. Het is nu zaak duidelijke keuzes te maken in soorten werkgelegenheid, die de gehele bevolking van werk kunnen voorzien, zonder externe instroom.

Nog meer werkgelegenheid creëren, leidt alleen maar tot grotere tekorten in de genoemde sectoren.

Ook (extra) arbeidsplaatsen buiten deze sectoren zal leiden tot meer tekorten aan arbeidsplaatsen, omdat er mensen zijn die gaan overstappen.

De geboortegolf van na de tweede wereldoorlog leidt nu tot een pensioengolf. Samen met de langere levensduur zorgt dit voor de tekorten op de arbeidsmarkt en de druk op de middelen, ondanks het feit dat de gepensioneerden in grote mate bijdragen aan noodzakelijk vrijwilligerswerk, mantelzorg en ondersteuning in het algemeen.

En dan is er de werkloosheid. 

Er zijn verschillende groepen werklozen. Experts hebben vastgesteld dat het nul-niveau van de Nederlandse werkloosheid ligt op 3,5%. Het beste voor de arbeidsmarkt is als je in de buurt van die 3,5% zit; dan is de arbeidsmarkt in balans. Zijn er minder werklozen dan die 3,5%, dan hebben bedrijven en instellingen steeds meer moeite om werknemers te vinden; dan gaat de arbeidsmarkt steeds meer op slot. Vóór de corona pandemie (b.v. derde kwartaal 2019) lag de werkloosheid zowel in Nederland als in Limburg op 3,2%[1]. In september 2021 lag de werkeloosheid in Nederland op 3,1%. Er hoeft dus geen extra werkgelegenheid gecreëerd te worden om de werkloosheid tegen te gaan. 

Eigenlijk is de werkloosheid dus te laag en dat zie je weer in de personeelstekorten in veel sectoren. 

Door de werkgelegenheid op de eerste plaats te zetten, zijn er steeds meer migranten nodig om de benodigde arbeidsplaatsen in te vullen. Dat zorgt echter voor een continu tekort. Een logische weg zou zijn de juiste balans te vinden door het werkaanbod af te remmen en te optimaliseren.

Er is nog wel werkloosheid die op te lossen zou zijn via de bestaande vacatures, maar die werkloosheid betreft 55+-ers, gehandicapten en mensen met een migratie-achtergrond. Maar die worden niet aangenomen. Werkgevers schrappen nog liever vacatures dan iemand uit deze groepen aan te nemen[2].

Ondertussen heeft de regering het budget, dat gemeentes krijgen om moeilijke werklozen aan het werk te krijgen, verminderd van ongeveer € 5.000 naar € 1.500 per jaar.[3]

Wat moeten we dan wel doen? We kunnen bijvoorbeeld de economie aanpassen aan de verminderde arbeidsbevolking. Maar, om dezelfde levensstandaard te kunnen behouden met minder werkende mensen, moet de toegevoegde waarde per werknemer omhoog. Bijvoorbeeld door automatisering, hogere efficiëntie, werk dat beter betaalt.

Kortom, het wordt steeds onbegrijpelijker waarom de overheid de werkgelegenheid steeds omhoog wil hebben, ondanks bovengenoemde redenen om dat juist niet te doen. Het argument “het is nodig voor de economie” snijdt geen hout.

Het roer moet om: Wij willen dat het college van B&W en de gemeenteraad geen onnodige werkgelegenheid meer stimuleren.


[1] www.cbs.nl

[2] NRC 31-10-2021; Altijd weer die afwijzing; deze groepen merken niets van personeelstekort

[3] Limburger 2021-11-7 Zo veel vacatures, en toch honderdduizenden mensen in de bijstand: hoe kan dat?