Het begrip “leefbaarheid” houdt voor ons in dat wij prettig kunnen leven in onze eigen woonomgeving. Hierbij zijn een gezonde balans tussen werk en vrije tijd, een gezonde en diverse leefomgeving (inclusief gezonde lucht en bodem) én rust en ruimte van cruciaal belang.
Waar wij wonen moet ons een thuis-gevoel geven, met in de directe nabijheid de rust van natuur en bossen, waarbij de lucht zichtbaar is zonder (grote) gebouwen.
Leefbaarheid is weliswaar een subjectief begrip, maar uitgangspunt moet altijd de mens zijn, het individu binnen de gemeenschap. Niet de kwantiteit, maar de kwaliteit. Niet alleen geld (welvaart), maar juist gevoel (welzijn).
Leefbaarheid bestaat enerzijds uit feitelijk registreerbare aspecten en anderzijds uit de wijze waarop de mensen die feitelijke situatie ervaren. Een aantal belangrijke aspecten zijn:
- De aanwezigheid van voldoende betaalbare voorzieningen zoals scholen, winkels, parkeerfaciliteiten, openbare verlichting, groen en openbaar vervoer,
- Aspecten die de mate van (sociale) veiligheid bepalen zoals inbraak, drugsgebruik, vandalisme en verkeer,
- Zaken die te maken hebben met het milieu zoals vervuiling, zwerfvuil, luchtkwaliteit, bodemverontreiniging en geluidsoverlast en drukte,
- De kwaliteit van de openbare ruimte zoals dat tot uiting komt in een al dan niet verloederd straatbeeld, industriegebieden, leegstand, autowrakken of zeerlangparkeerders, kapotte speeltoestellen en de onderhoudsstaat van parken en straten,
- Sociale kenmerken zoals de aanwezigheid en kwaliteit van buurtcontacten en vormen van burenhulp,
- De mate waarin de overheid de door haar gestelde regels op het gebied van leefbaarheid handhaaft, en
- De aanwezigheid van niet direct in de lucht zichtbare belastingen zoals stikstof, fijnstof, etc.
- Veiligheid, door o.a. betrokkenheid, binding, gemeenschapszin en kennen en gekend worden.
Algemeen kan gesteld worden dat de leefbaarheid negatief beïnvloed wordt door ontwikkelingen die het dorps- of buurtkarakter aantasten, of de dreiging ervan. Grootschalige ontwikkelingen en steeds uitbreidende bedrijven tasten onder andere het ruimtegevoel aan. Bovendien wordt de leefbaarheid aangetast door de onzichtbare belasting als stikstof, fijnstof, geluid, etc.
De mate waarin de individuele en georganiseerde burger gehoord wordt door de gemeente, speelt hierbij een grote rol.
Het roer moet om: Ons streven is dat het college van B&W en de gemeenteraad de leefbaarheid van de inwoners vooropstelt.